Menu

Jaar 2018

 

Eerste sneeuw

De eerste sneeuw van de winterperiode 2018-2019 is gevallen in de nacht van zaterdag 15 op zondag 16 december 2018 en juist op die dag, zondag zal de 4 stokkenwedstrijd plaatsvinden.

Waren alle vogels nog gewend aan de groene grasvlakte door de baan, waar volop voedsel was te vinden ook al werd dat steeds schaarser, denk aan de roodborst, de zwarte kraai maar ook aan de buizerd, vandaag is dat plotseling anders.

 

De omstandigheden zijn nu moeilijker geworden en zal meer inspanning vergen. Deze buizerd wacht dan ook geduldig op diverse uitkijkplaatsen of er iets lekkers aan hem voorbij komt.

       

De winter heeft zijn intrede gedaan, maar voor hoe lang?

 

Luister, kijk en geniet!

 

Lieveheersbeestje of zonnekoekje

Een kevertje dat door veel golfers als leuk wordt ervaren, is het lieveheersbeestje waarvan er in ons land wel zestig soorten bekend zijn. En gedurende de winterperiode kunnen we ze binnenshuis tegenkomen in clubhuis, bedrijfsgebouwen en schuilhutten.
Dit betreft dan de overwinterende exoot, het Aziatisch lieveheersbeestje. Deze kevertjes leven hoofdzakelijk van planten, schimmels als meeldauw en kleine insecten, waaronder soorten bladluis en mijten, maar soms ook soortgenoten.

 
(Foto's: Links en rechts een vertegenwoordiger van het exotisch Aziatisch lieveheersbeestje)


Determinatie vindt plaats op basis van de kleur en de vlekken of stippen. De vorm is rond, halfbolvormig en ze zijn ongeveer 3-10 mm groot, hebben zes korte pootjes en kleine antennes. Ze zijn opvallend gestippeld met rode, gele, witte of zwarte kleuren. De levensduur van de inheemse soorten is kort, ongeveer een jaar. (Uit het boek INSECTEN RIJK).

 

Vlekkenpatroon
Er zijn soorten lieveheersbeestjes van rood met zwarte stippen, zwart met rode stippen tot gele. Het Azatische lieveheerbeestje is in Europa geïntroduceerd als natuurlijke vijand van de bladluis, in 2004.  
Deze exoot, een ware roofkever, bleek prima in staat om te overleven en zo komen we ze nu regelmatig op de golfbaan tegen.

 
(Foto's: Links Aziatisch lieveheersbeestje rood met zwarte stippen, rechts zwart met rode stippen)

Deze exoot kent veel verschillende subsoorten, van vrijwel oranje tot zwart. Het rugschildpatroon, aangeduid met ‘vlekken’ of ‘stippen’, verschilt sterk per soort en varieert in kleur van geel, oranje tot zwart. Deze vlekken of stippen kunnen mooi rond zijn of variabel zoals bij het hierogliefenlieveheersbeestje en het schaakbordlieveheersbeestje.
Ook het aantal vlekken of stippen is variabel en varieert tot 21.

 
(Foto's: Links geel met ronde stippen en rechts met vlekken, het hierogliefenlieveheersbeestje)

 


(Foto: Het schaakbordlieveheersbeestje)

 

Het inheemse zevenstippelig lieveheersbeestje  is wel de meest algemene van de waargenomen soorten, ook op onze golfbanen. Minder vaak aangetroffen wordt het ruigtelieveheersbeestje. Het meest afwijkend is wellicht de soort van het Aziatisch lieveheersbeestje zónder stippen op het rugschild.

 
(Foto's: Links en rechts het inheemse zevenstippelig lieveheersbeestje)

 
(Foto's: Links een Aziatisch lieveheersbeeste zonder stippen, rechts het ruigtelieveheersbeestje)

 

Kop en halsschild
De opbouw van dit kevertje bestaat uit drie delen, de kop, een halsschild en rugschild. Het lijf bestaat uit twee dekschilden (rugschild), waaronder de twee vliesvleugels liggen waarmee ze vliegen. Opvallend zijn veelal ook de witte vlekken op kop en halsschild of de zwarte 'M'-vormige tekening op het halsschild bij de exoten. Het rugschild is bij de exoten vaak wat geplooid of gedeukt.


(Foto: Lichaamsbouw is kop, halsschild en rugschild. Hier op de kop een zwart M teken)

Larven
De larven, voortgekomen uit eitjes, zijn opvallend en doen soms denken aan rupsjes, maar ze zijn voorzien van zes looppootjes aan de voorzijde.
Ook zijn er larven die stekelachtig behaard zijn, fel rood en geel gekleurd en ze verschillen per soort. Ook deze larven en de poppen komen golfers tegen in de rough, op struiken en bomen waaronder de Spaanse aak of veldesdoorns.

 
(Foto's: Links net uit het ei gekropen larven. Rechts de larve van veelstippelig Aziatisch lieveheersbeestje)

 

 
(Foto's: Links larve van viervleklieveheersbeeste en rechts achtergebleven poppenhuid na vervelling)

(Foto: Het viervleklieveheersbeestje)

De larven vervellen meerdere keren, waarna ze verpoppen. De levenscyclus van larve tot volwassen lieveheersbeestje duurt 3 tot 5 weken. Afhankelijk van de soort, leven de larven o.a. van bladluizen of larven van bv. bladhaantjes.

Voor meer Natuur-informatie op golfbanen kunt u ook een kijkje nemen in de website Golfbaanhandboek.nl onder Natuur

Luister, kijk en geniet!

 

 

Roodborst

Een met regelmaat waargenomen vogelsoort op 'Het Rijk van Nijmegen' is de roodborst, een door vrijwel iedereen ‘leuk’ gevonden vogelsoort. Als golfer word je soms al bij hole 1 door de roodborst welkom geheten, zittend soms op de balspiraal. Ook in 2016 is aan deze vogel binnen flora & fauna al eens aandacht besteed.

  
(Foto's: Links een foto ontvangen van Anita en rechts een foto van Luc Heijendael met roodborst op balspiraal)

De soort komt op alle lussen van de golfbaan voor als standvogel, broedvogel of doortrekker. Als broedvogel op Nijmeegse baan en Groesbeekse baan-Noord, Oost en Zuid.  Ze is zowel verscholen in het struikgewas waar te nemen als ook vrij zittend op uitkijkpost of zangplaats.

 

 
(Foto's: De roodborst houdt zich graag op binnen dicht struikgewas of in de buurt van snoeihout e.d. Op de foto linksboven te zien met wegvliegende koolmees)

In het werkgebied van de Vogelwerkgroep Nijmegen e.o. is de roodborst een zeer algemene broedvogel, die de hoogste dichtheden bereikt in bosgebieden en hier een van de meest voorkomende soorten is. In naaldbossen op arme zandgronden is de roodborst soms zelfs de talrijkste soort. Alleen in grootschalig, open cultuurlandschap ontbreekt hij als broedvogel. De dichtheden variëren van laag (< 10 paar per 100 ha) in poldergebied tot zeer hoog (50-100 paar per 100 ha) in de bossen op de stuwwal. In stedelijk gebied is de soort buiten de groene wijken behoorlijk schaars.

Op de golfbaan is de soort vooral waar te nemen rond het clubhuis, het marshalhuisje bij hole 1 van NB en Noord, rond de Villa en de oude schuur daar, op Zuid in het bosrijke deel en langs de Nijmeegse baan en rond de Koekoek op Noord.

 

 
(Foto's: Het roodborstje laat zich ook graag zien en zit dan op een vrije tak of op plaatsen als hekwerk, palen of door de baan op het teeinformatiebord)

Soort- en veldkenmerken
Het is een ietwat gedrongen, ‘halsloos’ vogeltje van 13 cm, maar tijdens de zang ook in een positie dat ze slank en elegant is. Volwassen wordt deze gekenmerkt door een warm oranjerode borst en voorhoofd en geheel olijfbruine rugdelen. Jonge vogels zijn vaak zonder oranje en sterk gevlekt. Kenmerkend zijn ook de donkerbruine staart en isabelkleurige buik. Vaak is de vogel mak en benaderbaar, ze vliegt snel, vaak naar dichtstbijzijnde dekking. De beweging is wat rusteloos, hippen snel en wippen met hun staart.

 

 
(Foto's: Bovenste twee foto's in ietwat gedrongen houding, onderste twee meer slank tijdens zang)

 
(Foto's: Links- en rechts een ouder met opvallend gevlekt jong)

Ze nestelt in gaten en spleten van muren, slootkanten en bomen, in klimop, op de grond onder heggen e.d. Opvallend is de zang die het hele jaar door valt te beluisteren. In ons land is het een algemene broedvogel van bossen, parken, hakhout, tuinen e.d., op platteland, in dorpen en steden. Omdat ze wel van een bad houdt, ook waar te nemen badend in het water. De soort is standvogel maar trekt ten dele weg en door.

 
(Foto's: Roodborsten nemen graag een bad wanneer de gelegenheid daar is)

 

’s Winters veelvuldig waar te nemen op voedertafels. Op de golfbaan doen ze zich tegoed aan spinnen, langpootmuggen, oorwurmen, vliegen, rupsen en andere geleedpotigen, aangevuld met bessen en zaden. Ook de roodborst produceert kleine braakballen.

 
(Foto's: Zeker met veel sneeuw, maar ook eerder wel bezoekt de roodborst ook voerplaatsen)

Biotoop

Ideaal voor de roodborst is bos met structuurrijke onderbegroeiing. Ze leven dan ook nagenoeg overal waar dekking is en waar genesteld kan worden. In kleinschalig landbouwgebied met houtwallen, bossen, parken, landgoederen, begraafplaatsen, campings etc. Zowel in dorpen als ook in steden. Het gehele golfbanencomplex vormt hiermee een geschikt biotoop voor de roodborst.

 
(Foto's: Eenmaal een broedplaats gevonden dan komen de jongen niets te kort)

Luister, kijk en geniet!

Spinnen

Herfst op de golfbaan doet bij veel spelers ook denken aan spinnewebben die ’s morgens in de dauw zo mooi zichtbaar zijn. Of wanneer je de struiken door moet en je de spinseldraden langs je hoofd voelt.

In het boek Insecten Rijk wordt uitgebreid aandacht besteed aan de  'echtespinnen op Het Rijk van Nijmegen. Zijn er dan ook andere, niet echte spinnen op de golfbaan? Ja, dat zijn nl de vertegenwoordigers van de hooiwagens en de teek, waarover binnen Insecten Rijk meer, maar waar ik hier aan voorbij ga.


(Foto: wespspin of ook wel tijgerspin)

Spinnen komen in diverse vormen, kleuren en maten voor, van heel klein tot behoorlijk groot. Sommige zijn gecamoufleerd en lijken haast niet meer op spinnen. Zo leeft er in de rough op Het Rijk van Nijmegen, de op een grote wesp lijkende wespspin. In ons land komen zo'n 700 verschillende soorten echte spinnen voor en daarvan een tiental op de golfbaan en in de gebouwen op de golfbaan zoals clubhuis en schuilhutten.

 
(Foto: links de huisspin en rechts de grote trilspin)


Bekende soorten die in het clubhuis of schuilhutten kunnen voorkomen, zijn de huisspin en de grote trilspin.

Hebben veel insecten zes poten,  de spinnen vallen op door hun acht poten en het uit twee delen bestaand lichaam waarvan het voorste deel de poten draagt. De acht poten zijn vaak bedekt met zintuigharen, die aanraking, luchtvochtigheid, vibraties en geuren kunnen waarnemen. Het uiteinde van de poot verschillend per soort.


(Foto: huisspin met duidelijk tweedelig lichaam en 4 paar poten aan het voorste lichaamsdeel en harige poten)

 

 
(Foto: links en rechts de ogen van de springspin)

Verder hebben de meeste spinnen acht ogen.  Deze enkelvoudige ogen (insecten hebben samengestelde ogen), liggen vaak iets hoger en bovenop het borststuk. Er zijn soorten spinnen met minder dan acht ogen, tot zelfs zonder.

Ook hebben spinnen in tegenstelling tot insecten, geen antennes maar wel vanuit de monddelen ontstane tastsprieten. Deze zijn voor de tast en bij de mannetjes voor voortplanting ontwikkeld. Het bolvormige achterlijf bevat het grootste deel van de organen en is van het kopborststuk te onderscheiden door de sterke insnoering van het spinnenlichaam (zie foto van de huisspin).

 
(Foto: links komkommerspin met prooi en rechts kruisspin met prooi)


(Foto: wespspin actief met het inpakken van een prooi)


Om prooidieren te verlammen (met gif), hebben spinnen gifkaken en een gifklier. Ook zijn er soorten die geen gifklier gebruiken om het prooidier te verlammen, maar deze inpakken met spinseldraad.
Kenmerkend is dat veel spinnen hun prooi verteren buiten het eigen lichaam. Het gif dat ze gebruiken verlamt de prooi en heeft vervolgens van binnenuit een sterk verterende werking, waarna het goedje wordt opgezogen.

 
(Foto: links een spinnende kruisspin en rechts de spintepel van waaruit de spindraad komt)


Golfers kunnen geconfronteerd worden met spindraden, in de lucht op gezichtshoogte, laag bij de grond op het gras of in de rough tussen de vegetatie. Deze spindraden worden uitgescheiden door de spintepels op het achterlijf, variërend per soort van één tot vier paar. Zo zijn er spintepels voor productie van fijn spindraad en voor de steviger spindraden, voor loopdraden, voor kleefdraden, voor kleefstof, voor cocondraden etc.


(Foto: een wielweb van een wielwebspin zoals de kruisspin)


Voor welke doeleinden wordt spinrag gebruikt?
Dit kan zijn om prooien te vangen door ze vast te kleven of in te pakken, bescherming van de woontunnel met een laagje spinsel, voor verankering van het lichaam bij het lopen of springen, voor de verspreiding als jonge spin door weg te zweven met de wind of voor het verpakken van het sperma in een spermatofoor en het maken van een omhulsel (cocon) voor de eieren.


(Foto: kraamwebspin met eicocon, zowel web als cocon gemaakt van spinseldraad)


Voor het vangen van de prooi zien we per soort verschillende toepassingen van spinseldraden, waarbij de ons meest bekende vorm het ronde web is (bv. de kruisspin). Maar ook onregelmatige webben (bv. de grijze huisspin), trechtervormige webben (trechterspinnen) of tunnelvormige webben (valdeurspinnen) treffen we op de baan aan.

 
(Foto: links web van de doolhofspin en rechts het tunnelweb van de trechterspin)

Onze golfbaanspinnen leven van levende prooien en maken deze op verschillende manieren buit. De meest bekende methode is die van de wielwebspinnen. Zij maken een rond, wielvormig web. Hiermee worden kleine vliegende prooien gevangen zoals vliegen, muggen, wespen of zelfs libellen. Wij treffen deze aan in struiken, tussen bladeren en grashalmen tot in bomen. In de herfst vaak opzichtig aanwezig wanneer ze zwaar behangen zijn met waterdruppels.
Weer andere soorten maken struikeldraden op de bodem en grijpen zo de prooi.

Valdeurspinnen daarentegen verstoppen zich onder de grond, verscholen achter een spinseldeurtje dat openklapt als een prooi langskomt en de spin eruit schiet.


Zoals insecten worden ook spinnen geboren uit een ei en groeien na diverse vervellingen naar het volwassen imago . Direct na de eerste vervelling lijken de kleine spinnetjes al op hun ouders, alleen zijn ze dan nog veel kleiner en hebben vaak een andere lichaamskleur. Klein als ze zijn maken ze al spindraden en verspreiden zich vaak, door bij een opkomend briesje, een draadje vrijhangend spinrag in de lucht te spinnen. Ook wel bekend als herfstdraad.

 
(Foto: links nestcocon van de wespspin en rechts de uitgekomen jongen van de wespspin)

 
(Foto: links Pardosa wolfspin met eicocon met bevruchte eitjes, vastgelegd op de gele markering van de water-
hindernis op Oost 1, rechts een Pardosa wolfspin vrouwtje met jongen op haar lijf)

 

 
Zijn spinnen gevaarlijk? Moeten golfers extra voorzichtig zijn in de rough, aan de bosrand of in de gebouwen aangezien veel mensen bang zijn voor spinnen? Onze spinnen zijn niet gevaarlijk voor de mens! Het gif dat de op de golfbaan aanwezige soorten gebruiken is dodelijk voor insecten, maar doet ons mensen niets. Daar komt bij, geen spin zal ons aanvallen.

 
(Foto: links een driestreepspin en rechts een gewone komkommerspin)

 
(Foto: links een herfsthangmatspin en rechts een gewone kameleonspin)


(Foto: een kraamwebspin)

 

Waargenomen spinnen op ‘Het Rijk van Nijmegen’. In Insecten Rijk worden de op Het Rijk van Nijmegen waargenomen spinnen beschreven, deze behoren tot de wielweb-spinnen, hangmat- of baldakijnspinnen, kraamwebspinnen, kogelspinnen, krabspinnen, trechterspinnen, trilspinnen en de strekspinnen.

 

Luister, kijk en geniet!

 

 

Zuid - 10 oktober 2018

Een zonovergoten namiddag in de herfst van 2018 op Zuid, een golfrondje 9 holes om van te genieten. Bij aanvang op Zuid 1 worden we al aangenaam verrast door een bont zandoogje (foto  linksonder), een middelgrote vlinder uit de familie van de zandoogjes. Met zijn prachtige schutkleuren bijna niet te zien op de herfstige bodem.

  

Gelijktijdig valt er vanuit de boom boven het pad naast de tee, een langharige gele rups in het gras (foto rechtsboven). Opvallend zijn de zwarte schakels tussen de rechtopstaande haren en de op het achterste segment uitstekende, lange, rose pluim. Het is de rups van de donsvlindersoort meriansborstel. Deze dankt haar naam vermoedelijk aan de vlinderschilderes Maria Sibylla Merian (zie ook Insecten Rijk, blz. 105 - leeshoek bij de open haard). Deze rupsen leven van boombladen en kunnen we deze tijd van het jaar waarnemen, opzoek naar een plek om te verpoppen.

  

  

Al spelend is het onderweg genieten van de zonovergoten dag en de strak blauwe hemel, waardoor de aanstormende herfstkleuren hier en daar steeds prominenter aanwezig zijn. De krenten zijn soms geel-rose gekleurd en de kardinaalsmuts diep rood, daarentegen de berken, kastanjes en haagbeuken meer geel. Overal liggen wegen, paden en bunkers bezaaid met vruchten als tamme kastanje (foto linksonder), beukenootjes en eikels (foto rechtsonder).

  

Ook de dalende zon levert nu geweldig mooi strijklicht en dat maakt de golvingen of undulaties van fairways en greens prachtig zichtbaar.


(Foto: green van hole Zuid 3)



(Foto: green van hole 4 Zuid)


(Foto: green van hole Zuid 5)

Het is heerlijk om waar te nemen dat een lieveheerstbeestje (foto linksonder) op je golftas neerstrijkt of dat de buizerd (foto rechtsonder), luid miauwend langs zweeft opweg terug, naar het Villabos. Elementen die horen in dit landschap, in deze biotopen en die het golfen in de natuur zo aantrekkelijk maken.

  

Op Zuid kunnen we ook bij hole 7, de vroegere hole 18, nog genieten van bloeiende springbalsemien, aanwezig in twee kleuren (foto;s hieronder).

  

Negen holes is niet zo ver, toch ongeveer 2 uur om de heerlijkheid van deze omstandigheden op te snuiven, om je longen mee te vullen en te genieten van het licht, de warmte van de herfstzon, de kleuren van de bladeren voor ze straks afvallen en van hier en daar een fraaie paddenstoel zoals de geschubde inktzwam (foto linksonder, gemaakt door Emiel van Thienen) en de vliegenzwam (foto rechtsonder) richting clubhuis.

  

Ook de laatste holes blijft genieten en ook deze zijn oogstrelend, niet alleen vanwege het panorama maar vooral vanwege de stoffering in deze tijd van het jaar. En bij aanhoudend mooi nazomerweer, zullen de herfstkleuren nog intenser worden.

  


(Foto: panorama met zicht op Duitsland en damestee hole Zuid 9, rechtonder de herentee)


(Foto: de damestee van hole Zuid 9)


(Foto: zicht vanaf de herentee hole Zuid 9)


(Foto: de green van hole Zuid 9)

Onderwijl zakt de zon achter de bossen en het wordt tijd voor een herfstbok of een kop warme koffie! 

Luister, kijk en geniet.